Jongerenwerker Tobias over de switch van randstad naar dorp

Geplaatst in Jongeren op

Op de foto: vrijwilliger Nick (links) en Tobias.

Na een wild avontuur als jongerenwerker in Rotterdam Zuid werkt Tobias Hamer nu al 3 jaar als jongerenwerker in 5 verschillende dorpen: Baarle, Alphen, Chaam, Gilze en Rijen. Het bijzondere is dat hij in bijna alle dorpen een eenmansfunctie bekleedt, behalve in Gilze en Rijen.

“Binnen mijn werkzaamheden ben ik divers inzetbaar. Bijvoorbeeld in Chaam ben ik alleen present in het dorp. Maar in Baarle ben ik present, ondersteun ik de vrijwilliger bij het kinderradioprogramma Afterschool en draai ik de Belgische/ Nederlandse jeugdgemeenteraad. De jeugdgemeenteraad, is een educatief project rondom politiek, waar kinderen bedenken wat beter kan in het dorp en hoe we dat voor elkaar krijgen. Drie keer per jaar zitten we met de wethouder in de gemeenteraadzaal. Dat is heel tof. Verder is het vooral veel standaard jongerenwerk, zoals straatwerk, individuele begeleiding en talentontwikkeling. Daarnaast heb ik in Baarle samen met een talentvolle groep Freerunners onlangs een free run park gecreëerd. De jongeren hebben dit vooral zelf gedaan. Ik bracht ze in contact met de juiste personen, wees ze op locaties en ondersteunde het gehele proces, waardoor Baarle nu een free run park heeft. Vrij uniek voor zo`n klein dorp.”

 Only the lonely

Tobias heeft een eenmansfunctie als jongerenwerker. Soms mist hij het sparren met een collega, dat kan hij opvangen als hij met zijn collega`s in Gilze of Rijen samenwerkt. Hij ziet ook de voordelen van het alleen werken, omdat hij hierdoor ook veel vrijheid heeft. Hij kan gemakkelijk overal rondlopen, afspraken maken en present zijn. “Soms vraag ik een collega, veldwerker of vrijwilliger mee om mij te ondersteunen in de ambulante rondes. Ik verzamel mensen om me heen die het leuk vinden om mee gaan en omdat het werkt. Nick van Afterschool bijvoorbeeld kent Baarle heel goed en brengt mij dan weer op nieuwe plekken.”

City Life

“Rotterdam Zuid is heel hard als je kijkt naar jeugdcultuur en straatcultuur. Alles zit dicht op elkaar en je praat dan over grootstedelijk problematiek. De jeugd is daar veel minder toegankelijk. Wat dat betreft is het daar harder werken. In dorpen zie je dat het gemoedelijk is en op een bepaalde manier heel anders. Jongeren uit de dorpen zie je minder vaak op straat hangen dan in de grote stad. In Rotterdam kom je elke dag, avond of nacht jeugd rondhangend op straat tegen. In een dorp heb je veel meer en op een andere manier sociale controle dan in de stad. Iedereen kent elkaar. Jongeren zijn veel gemakkelijker te benaderen en het is niet zo hard. Ik zit vaak met de wethouder aan tafel of de burgemeester vraagt iets aan mij. Laatst hebben we in Rijen straatwerk gedaan met de burgemeester en de wethouder. Dat is erg gaaf en dan sta je bij een groep jongeren en stel je ze voor aan de burgemeester. Vervolgens geven de jongeren netjes een handje. In Rotterdam hoef je dat niet te proberen. Ik heb verhalen gehoord over een wethouder, die wilde weten wat er leeft onder de jongeren, maar uitgescholden werd.

Een dorp is een gemeenschap en dat zorgt ervoor dat jongeren op een bepaalde manier gesteund worden. Ze zijn lid van een vereniging en gaan netjes naar school. Ze hebben allerlei bezigheden en zijn dus minder op straat. Daarom ga ik in een dorp op een andere manier te werk. Je merkt wel dat er in dorpen veel problematieken achter de voordeur afspelen en men de vuile was liever niet buiten hangt. Hierdoor zijn dorpen als het gaat om problematieken veel geslotener dan de grote stad. Verschil in aanpak stad of dorp zit het hem ook in de praktische kant. In Rotterdam was ik veel meer bezig om jonge drop-outs te helpen aan een baan. In de dorpen is dit niet aan de orde. Maar ook in de dorpen zie je dat jongeren in de problemen komen. Zo zijn er ouders die geen grip meer op hun kind hebben, en op het alcoholgebruik vanaf 14 jaar. Het jongerenwerk kan vaak nog wel in gesprek met jongeren gaan en hen vragen wat zij als hun probleem zien en wat kunnen we samen hieraan doen. Gelukkig gaat het met de meeste jongeren gewoon goed.”

Toekomst

“In de toekomst wil ik mij voor Baarle inzetten voor nog meer samenwerken met andere partijen, meer preventie en om jongeren, waarmee het een beetje misgaat, vroegtijdig op te vangen.” Als Tobias mocht kiezen tussen dorp of stad, dan kiest hij nu voor dorp. “Dorp past beter bij mij, ik vind er veel meer aansluiting bij de jeugd, ik heb er korte lijntjes en ik ben snel in vertrouwen genomen door jongeren. Ik merk dat ik in de dorpen veel kan doen en dat de problematieken niet minder zijn dan in een stad. Het is anders en is zeker niet minder. Wat ik hier kan doen is net zo belangrijk als in de stad. Daarom vind ik het ook leuk om de vergelijking te maken. Ik vind het belangrijk om te laten zien dat wat we hier doen in zo`n dorpje van net zo’n groot belang kan zijn. Als dat zo doorgaat kan ik echt verschil maken. En daar word ik dan ook heel blij van.”